Page 18.

page 18


There were heaven and earth, but the light of the sun and the moon was disturbed.  Then  someone called Wukub K’aquix  was boasting about the wealth he posessed. Wukeb K’aquix had two sons: Zipacná and Cab Rakán. The mother  was called Chimalmat. The elder  owned the mountains because he had made them in òne night and his brother Cab Rakán  made them shake and shudder.  That’s what the two sons of Wukub K’aquix were boasting about. All three of them showed there superiority.  That  was much disliked these two guys called Junajpú and Xbalamqué,  for this reason they decided to kill them.

Er was hemel en aarde,  maar het licht van de zon en de maan was getroebleerd.  Iemand die Wkub K’aquix heette schepte op over de rijkdommen die hij bezat. Wukub Káquix had twee zonen : Zipacná en Cab Racán.  De moeder heette Chimalmat.  De oudste bezat de bergen want die had hij in één nacht gemaakt en zijn broer Cab Rakán deed ze schudden en sidderen.  Daar schepten de twee zonen van Wukub Káquix over op. Alle drie lieten ze hun superioriteit goed merken.  Dat vonden twee kereltjes genaamd  Junajpú en Xbalamqué  slecht, en dus besloten ze  hen te doden.

page 17.

page 17

And thus all these people were destroyed leaving only impressions of them behind, the monkeys, who went to the moutains. That’s why Coy, the Monkey looks like mankind.

*

En zo werden al die mensen vernietigd, die alleen maar een afdruk van zich achterlieten, de apen, die de bergen introkken. Zo komt het dat Coy, de Aap op de mens lijkt.

Page 16.

page 16

At his point the people went mad and lost their mind and their senses and they ran, totally deranged. They wanted to climb on the houses,  but they collapsed and fell down. When they tried to climbed the trees those flung them down,  and when they wanted to take shelter in the caves, they were closed in.

*

Hierdoor werden de mensen gek en verloren hun verstand en zinnen en ze renden weg,  compleet gek. Ze wilden op de huizen klimmen maar ze storten in en kwamen naar beneden.  Ze wilden in de bomen klimmen maar die smeten ze van zich af,  en waar ze zich in de grotten wilden verschuilen, werden ze ingesloten.

Page 15.

page 15 a

The men of wood tried to save themselves from the great flood.

*
De mensen van hout probeerden te ontsnappen aan de grote vloedgolf.

Page 14.

page 14

And the dogs that talked said to them: _” Why did you not give us food while you were eating? You held us in captivity and always had a stick ready for us.  You trated us in such way because we could not speak.  Why did you not look after us? Now we will show you the teeth we have in our mouth and we will eat you.”  They ate them and the pots talked to them  like this: _ ” Pain and suffering you gave us.  You burned our mouths and faces,  always you blackened us , always you put us on the fire, you burned and sccorched us and that’s why today we are going to burn you.” And the hearth stones or stones in which the pots are put into the fire said to them: _ ” You always you held us in the fire causing us great pains; now we are going to burn your heads.”
*

En de honden die spreken konden zeiden tot ze: _”Waarom gaven jullie ons niet eten als jullie aan het eten waren? Jullie hielden  ons gevangen en stonden altijd klaar met een stok voor ons. jullie behandelden ond zo omdat wij niet spreken konden. Waarom zorgden jullie niet voor ons? Nu zullen we jullie eens onze tanden laten zien die we in onze mond hebben en we zullen jullie opeten. ”  Ze aten ze op en de potten spraken op de volgende manier  tegen ze: _ “Pijn en ellende gaven jullie ons.  Jullie brandde onze monden en gezichten,  altijd maakten jullie ons roetzwart, jullie brandden en schroeid ons en daarom gaan wij nu jullie  verbranden.” En de haardstenen of  keien waarin de potten op het vuur gezet worden zeiden : _ “Altijd hielden jullie ons on het vuur waardoor we veel pijn hadden; nu gaan we jullie hoofden verbranden.”