Pag 38.

Ze zó te zien en omdat ze in de val getrapt waren, maakte dat de Heren uitbundig lachten en ze moesten zó verschrikkelijk hard lachen dat ze bijna barstten en dat hun botten pijn deden.

Pag 37.

Bij de begroeting van de Heren richtten zij zich tot de eersten die er zaten, die eigenlijk niet meer dan poppen waren en die geen antwoord gaven. De Heren begonnen te lachen en nodigden ze uit om te gaan zitten op een paar banken die eigenlijk zetels van kokend hete steen waren, en al zittende bleven ze daarom alsmaar draaien en schuiven